Both en De Bruijn Hexagon
Both en De Bruijn Icon

Geen kind tussen wal en schip!

DOOR: Dick Both

7 mei 2008


Soms is het goed even opgescherpt te worden. De Inspectie van het Onderwijs doet dat in haar jaarverslag 2007-2008 op een niet mis te verstane wijze. Passend Onderwijs, regiotafels, veldinitiatieven en loketten ten spijt: de leraren, interne begeleiders en schoolleiders moeten aan het werk. En dan niet om zorgstructuren te doordenken en te ontwikkelen, maar om adequaat om te gaan met verschillen tussen leerlingen.

Op 12 mei jl. presenteerde de Inspectie van het Onderwijs haar jaarverslag. Naast een aantal inmiddels bekende thema’s als de basisvaardigheden, de (zeer) zwakke scholen en het opbrengstgericht werken, dient zich een – zo zegt het jaarverslag – een ‘relatief nieuw thema’ aan. De inspectie vraagt aandacht voor het onderwijs aan leerlingen die extra zorg nodig hebben. Dit onderwijs heeft nog te vaak onvoldoende kwaliteit en is te weinig effectief.

Door het gebruik van leerlingvolgsystemen zijn scholen beter in staat problemen bij leerlingen op te sporen. Maar het vermogen om problemen te voorkomen of effectief te remediëren nam veel minder toe. Verschillende redenen worden genoemd. Zo slaagt 40% van de basisscholen en 55% van de scholen voor voortgezet onderwijs er onvoldoende in om het onderwijs af te stemmen op de verschillende behoeften van leerlingen en lukt het een kwart van de scholen niet om een goed handelingsplan op te stellen, uit te voeren en te evalueren. Daarnaast constateert de inspectie dat zorgactiviteiten nogal eens worden uitgevoerd door stagiaires of onderwijsassistenten en dat er soms weinig kwaliteitseisen worden gesteld aan de sleutelfiguren in de zorg. Om over de excellerende leerlingen maar te zwijgen. Het Nederlandse onderwijs – zo signaleerde de Onderwijsraad recent – is weinig gericht op de bovengemiddelde leerling.

En dan te bedenken dat 2011 snel dichterbij komt. Over twee jaar moeten schoolbesturen passend onderwijs aan al hun leerlingen bieden. Hierbij gaat het – aldus het ministerie van OCW – ‘in de allereerste plaats om de leerling. De inzet is de verbetering van de kwaliteit (opbrengstgerichtheid) en de organisatie van het onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.’ Hiervoor zijn regiotafels, netwerken en structuren nodig. Dat ook! Maar vooral leraren die in staat zijn het onderwijs af te stemmen op hun leerlingen en leerlingenzorg van goede kwaliteit. Naast de huidige activiteiten, die zich vooral afspelen op het bestuurlijke vlak, is er heel veel aandacht nodig voor het gedrag en de vaardigheden van leraren, interne begeleiders en zorgcoördinatoren.

De klok tikt door. De doelstellingen van Passend onderwijs zijn geformuleerd. En ambitieus! ‘Geen kind tussen wal en schip’, zo lezen we. Of: ‘Maatwerk voor elk kind en iedere jongere dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden en talenten.’ Het jaarverslag maakt in ieder geval duidelijk dat het Nederlandse onderwijs er met voornamelijk bestuurlijke en structuurveranderingen niet is. Terecht vraagt de inspectie ‘nadrukkelijk aandacht van scholen en besturen voor de kwaliteit en de effectiviteit van het onderwijs aan leerlingen die extra zorg nodig hebben’. De handen van de leraren en zorgfunctionarissen kunnen uit de mouwen. Maar ook die van de directeur. Nogal eens – zo meldt het jaarverslag – is de leerlingenzorg een blinde vlek op het netvlies van de schoolleider.

Een opdracht en uitdaging! En vanuit het perspectief en het belang van de leerling geredeneerd is het van ondergeschikt belang of de boodschap uit dit jaarverslag ons wel of niet bevalt. ‘Geen kind tussen wal en schip!’, zo luidt immers het motto.

Geschreven door D.D. (Dick) Both

page1image6339776
page2image29105600
page2image6800512
page2image29105152
page2image29105376
page2image6338816
page2image29105824

Afkomstig uit: DRS 2009 – 6

page2image6713728

Delen

Both en De Bruijn Beeldmerk
Both en De Bruijn